Welke tools kun je gebruiken?

Je weet nu hoe je partijen op je bedrijventerrein moet mobiliseren en op welke manier je met ze aan de slag gaat. Maar hoe ziet dat er in de praktijk uit? Welke tools kan ik gebruiken om invulling te geven aan mijn plannen? Op deze pagina vind je een aantal praktische tools die je kunt gebruiken:

  • Ambitieweb
  • NL Gebiedslabel en Terreinlabel
  • Toekomstbeelden/backcasting
  • SDG’s
  • Gemeentelijke ambities overnemen
  • MIS-model
  • Proces: tools naast elkaar gebruiken

Ambitieweb

Het Ambitieweb is ontwikkeld als procesinstrument. Het helpt om duurzaamheid integraal te benaderen, middels twaalf thema’s die aansluiten op People, Planet & Prosperity (mens, milieu, welvaart).  Over deze thema’s wordt het gesprek aangegaan, waarbij je voor elk van de thema’s een ambitieniveau bepaalt (minimaal, bovengemiddeld, maximaal), passend bij de inspanning en verwachte impact op het thema. Het Ambitieweb dwingt de juiste discussie te voeren over het waarom (belang) en het hoe (proces), in plaats van het wat (inhoud en techniek).

Een goed ingevuld Ambitieweb geeft in één oogopslag duidelijke prioritering van de ambities voor belangrijkste thema’s voor je project. Welke thema’s dit zijn, is afhankelijk van de bedrijven op het bedrijventerrein. Hierboven zie je een voorbeeld met twaalf mogelijke thema’s.  Meer weten over het Ambitieweb? Kijk dan hier.

Ambitieweb voor bedrijventerreinen

Het Ambitieweb helpt bij het formuleren en visualiseren van ambities voor alle duurzaamheidsthema’s en biedt een helder overzicht. Een Ambitieweb kan ingevuld worden voor het gehele bedrijventerreinen of voor een bepaalde omgeving, maar ook per bedrijf. Door het Ambitieweb samen met betrokkenen vanuit verschillende achtergronden en expertise in te vullen, werk je aan een gezamenlijk beeld.  Dit biedt de mogelijkheid om verschillende bedrijven samen te brengen om een gezamenlijke plus te creëren (1 + 1 = 3). Voorbeeld: als veel bedrijven energie belangrijk vinden, kun je met hen om tafel om te kijken naar een energiehandelsplatform of de aanleg van een smart grid, in plaats van iedereen eigen zonnepanelen laten kopen, aanleggen en daarmee het netwerk overbelasten.  Essentieel hiervoor is om het gesprek met elkaar aan te gaan. Alleen zo kun je de gezamenlijke plus vinden.

Hoe vul ik het Ambitieweb in?

Het Ambitieweb maakt gebruik van drie ambitieniveaus:

  • Minimaal: inzicht in de duurzaamheidseffecten op het thema en het behalen van een minimale duurzaamheidsprestatie. Daarnaast is dit niveau in ieder geval wat wettelijk vereist is.
  • Bovengemiddeld: het stellen van concrete verbeterdoelstellingen en het bereiken van significante duurzaamheidswinst op het thema.
  • Maximaal: maximale inzet om het meest haalbare te bereiken voor het thema: in plaats van ‘minder slecht’ is er geen negatieve belasting (bijvoorbeeld klimaatneutraal, energieneutraal) en wordt zelfs een positieve bijdrage geleverd (bijvoorbeeld energie leverend).

In een sessie wordt het Ambitieweb gezamenlijk ingevuld en maakt men een selectie aan thema’s waarop de meeste duurzaamheidswinst wordt gezien. Vervolgens wordt de ambitie vertaald naar meer concrete kansen en maatregelen. Dit resulteert in een gezamenlijke, gedragen conclusie, waarna het van belang is in beeld te brengen wat er nodig is om de ambitie te kunnen realiseren en borgen. Dit proces ziet er als volgt uit:

  1. Breng betrokkenen vanuit de verschillende organisaties en met verschillende expertises samen voor de Ambitiewebsessie. Ga in gesprek over wat de verschillende thema’s betekenen met oog op beleid van de betrokkenen in relatie tot de mogelijkheden binnen het bedrijventerrein.
  2. Bepaal het gewenste ambitieniveau per thema. Dit kan bijvoorbeeld via een gezamenlijke sessie.
  3. Ga na wat de consequenties zijn van het gekozen ambitieniveau per thema. Wat voor kansen zijn er voor de thema’s met een hoger ambitieniveau en wat is daarvoor nodig? Koppel dit aan indicatoren waarmee het resultaat meetbaar kan worden gemaakt.
  4. Leg de uitkomst van de sessie vast en monitor de voortgang. Borg de vervolgacties en stuur bij waar nodig.
  5. Evalueer aan het eind van het proces op welke manier de kansen uit de Ambitiewebsessie zijn verzilverd in de ontwikkeling en welke duurzaamheidswinst daarmee is behaald. Communiceer ook naar buiten toe wat er is bereikt, vier je successen!

Input voor het invullen van een Ambitieweb voor een bedrijventerrein kan worden gehaald uit beleid van de verschillende betrokken bedrijven, maar ook het beleid van de gemeente en/of provincie. Door op deze manier concrete ambities te formuleren, is het mogelijk om voortgang goed te monitoren. Zo zie je snel of de door jou gestelde ambities gehaald worden. Dit stelt je ook in staat om je ambities bij te stellen als dit nodig is. Op welke manier je de voortgang van je ambities meet, lees je hier.

Een uitgebreidere uitleg van het gebruik van het Ambitieweb vind je hier. Hier staat ook een leeg in te vullen Ambitieweb met omschrijving van verschillende ambitieniveaus en prestatie-indicatoren.

Voorbeeld Ambitieweb

Hieronder zie je een voorbeeld van een ingevuld Ambitieweb. Voor elk thema is het ambitieniveau bepaald. Voor alle thema’s is vooraf bepaald waar aan voldaan moet worden om deze niveaus te bereiken. Het laat zien waar men de meeste duurzame impact wil maken of verwacht de meeste duurzame impact te kunnen maken.

In dit voorbeeld heeft het thema energie de maximale ambitiescore gekregen. Dat betekent in dit geval dat de belangrijkste energiestromen van het project in beeld zijn (niveau 1), er wordt niet alleen energie bespaard (niveau 2), maar het project is energieneutraal of levert zelfs energie (niveau 3). De niveaus worden gemeten aan de hand van indicatoren zoals de hoeveelheid zelf opgewekte energie. Wil een bedrijventerrein dus de hoogste ambitie voor het thema energie behalen, dan zal het dus zelf energie op moeten wekken, bijvoorbeeld door windturbines op het dak te plaatsen. Ondanks dat dit een hoge ambitie is, kun je als bedrijf meekoppelkansen benutten om tijd en kosten te besparen. Dat leggen we hier uit. Daarnaast komt er landelijke wetgeving aan die grote mate van zelfvoorzienendheid verplicht, zoals hier te zien (zie Routekaart).

Als we kijken naar bedrijventerreinen vergroenen met biodiversiteit, dan kijken we in dit voorbeeld naar het thema ecologie. In dit voorbeeld is de ambitie maximaal. Het thema ecologie kijkt naar biodiversiteit en ecologische structuren. Dit thema heeft doelstellingen zoals het vergroten van biodiversiteit en het beperken van beslag op natuurgebieden. Bijbehorende indicatoren zijn onder andere een inventarisatie van de flora en fauna en ecologische structuren zoals Natura 2000-gebieden. Kansen om hieraan bij te dragen zijn bijvoorbeeld natuurinclusief bouwen en een inrichting passend bij doelsoortgroepen. De inrichting wordt dan aantrekkelijk gemaakt voor soorten die bepalend zijn voor de biotoop (soort natuur, bijvoorbeeld heide of bos) nabij het bedrijventerrein.

NL Gebiedslabel en Terreinlabel

Het gebruik van het NL Gebiedslabel en het NL Terreinlabel is een methode om duurzaamheid te meten. Deze methode is echter niet zelfstandig uit te voeren, maar via NL Greenlabel. NL Greenlabel heeft twee methodieken om een ambitieniveau te bepalen én om duurzaamheid in de buitenruimte meetbaar te maken: het NL Gebiedslabel voor bedrijventerreinen en het NL Terreinlabel voor bedrijfskavels. De integrale methodiek bestaat uit 8 thema’s. Onder deze thema’s vallen 32 indicatoren, afhankelijk van welke methodiek je gebruikt. Elke indicator bestaat uit vijf prestatieniveaus waarmee punten samenhangen. Hoe hoger het aantal punten, des te hoger de totale score. Voor iedere individuele indicator kan een ambitieniveau worden bepaald. De score loopt van NL Gebiedslabel A (Excellent) tot en met NL Gebiedslabel G (Verbetering is noodzakelijk). NL Greenlabel faciliteert het gesprek met de stakeholders om alle ambities te bespreken. Zij kunnen ook meedenken vanuit hun kennis en expertise om de ambitie concreet te maken door relevante partijen met kennis en kunde aan te laten sluiten. Het vastgestelde ambitieniveau is het vertrekpunt waarop gedurende het proces gemonitord kan worden.

Backcasting

Backcasting is een methode waarbij vanuit een gewenst toekomstbeeld teruggewerkt wordt naar het heden om te bepalen welke stappen nodig zijn om het gewenste toekomstbeeld te bereiken.

Hoe pas ik het toe?
Backcasting bestaat uit vier stappen:

  1. Vorm een visie: waar wil ik over 10, 20, 30 jaar zijn?
  2. Bepaal de huidige situatie: waar staan we nu? Hoe ver zin we van onze doelen verwijderd?*
  3. Bedenk (creatieve) oplossingen: hoe komen we van de huidige situatie naar de gewenste situatie?
  4. Prioriteer: welke stappen moeten we ondernemen en welke stappen zijn mooi meegenomen?**

Door deze vier stappen systematisch te volgen krijg je een duidelijk beeld van de opgave die voor je ligt en welke stappen er zowel op korte als lange termijn genomen moeten worden. Met name de vierde stap is belangrijk om inzicht te geven in welke stappen je moet nemen. Hou bijvoorbeeld rekening met landelijke ontwikkelingen: welke wetgeving komt eraan waar we aan moeten voldoen? En zoek ook naar meekoppelkansen: wanneer komt de gemeente langs voor meerjarig onderhoud en wanneer staan grote renovaties op de planning? Lift mee op geplande werkzaamheden. Door in te spelen op landelijke ontwikkelingen en aan te haken bij lopende projecten bespaar je veel tijd en geld.

*Hiervoor kun je een nulmeting laten uitvoeren door NLGreenlabel
**Hou hierbij rekening met bestaande tijdskoppeling (zie tijdsplanning en koppelingen). Door je prioritering af te stemmen op je planning, ontstaan koppelkansen om tijd en geld te besparen.

Sustainable Development Goals (SDG’s)

Wil je aan de slag om ambities te formuleren, maar heb je geen idee over wat voor thema’s je het moet hebben en wat reële ambities zijn? Dan is de website van de Verenigde Naties een goed startpunt. Zij hebben 17 ‘Sustainable Development Goals’ ontwikkeld. Deze doelen geven richting aan een duurzame wereld. Voor elk doel zijn subdoelen met indicatoren opgesteld. Voorbeelden hiervan zijn het tegengaan van verlies van biodiversiteit of het verbeteren van luchtkwaliteit. Dat kan een goed startpunt zijn om het gesprek met stakeholders aan te gaan. Wat vinden we van deze doelen? Kunnen we hier concreet invulling aan geven?

Gemeentelijke ambities

Het is niet altijd nodig om zelf ambities te formuleren. Veel gemeenten hebben al ambities voor klimaatadaptatie opgesteld en besteden hierin aandacht aan bedrijventerreinen. Kijk op de website of dit het geval is. Zijn er al ambities? Kijk wat deze ambities zijn en of je je hierin kunt vinden. Ga het gesprek aan met de gemeente hoe je invulling geeft aan deze ambities. Zijn er nog geen ambities geformuleerd? Dan kun je ervoor kiezen om zelf ambities te formuleren volgens de hiervoor omschreven stappen of je gaat in gesprek met de gemeente om te kijken hoe zij je kunnen helpen.

Daarnaast wordt er op dit moment gewerkt aan een landelijke maatlat voor klimaatadaptieve nieuwbouw. Hoewel de maatlat en convenant vooral gefocust zijn op woningbouw, staan hier wel waardevolle indicatoren in dit als gesprekstof kunnen dienen op bedrijventerreinen. Zo streeft de Utrechtse convenant naar koele plekken binnen 300 meter van een woning. Op bedrijventerreinen kan een vergelijkbaar doel waardevol zijn om hittestress tegen te gaan.

MIS-model

Heb je ambities geformuleerd, maar weet je nu niet goed hoe je hier mee aan de slag moet? Dan kan het Missiegedreven Innovatie Systeem-model (MIS-model) je een handje helpen. Het MIS-model is er om te bepalen hoe je ambities wilt bereiken. Die gewenste situatie of je ambitie is je ‘missie’. Voordat je het MIS invult moet die missie duidelijk zijn. Dat is waar je naartoe werkt.  Zo kun je per stap bekijken wat de stand van zaken is en wat er nodig is om de missie, of eindsituatie, te bereiken.

Het model stelt negen stappen voor die je (eventueel samen met ondernemers en andere stakeholders) kunt onderzoeken om je ambities verder uit te werken:

  1. Experimenteren door ondernemers
  2. Ontwikkelen van kennis
  3. Uitwisselen van kennis
  4. Richting geven aan de uitdaging en mogelijke oplossing
  5. Marktontwikkelingen stimuleren
  6. Vrijmaken van middelen
  7. Tegengaan van weerstand
  8. Druk uitvoeren op huidige gang van zaken
  9. Invulling geven aan coördinatie

Bij elk van deze thema’s stel je drie vragen: 1) Wat is de stand van zaken? 2) Wat is de uitdaging om tot de gewenste situatie te komen? en 3) Wat is er nodig om die uitdaging te beslechten?

Als je als missie hebt om een werklandschap te creëren, kan ditit kan er als volgt uitzien voor de stap ‘Experimenteren door ondernemers’:

  1. Wat is de stand van zaken?  We zien dat er al veel ondernemers zijn die bereid zijn om te innoveren of die al werken aan nieuwe innovaties. Deze zijn nog vaak op kleine schaal toegepast.
  2. Wat is de uitdaging?  Zorgen dat er voldoende kennis bij ondernemers is om innovaties op te schalen, dat innovaties breder gedeeld worden zodat de markt er gebruik van kan maken en dat ondernemers geholpen worden in het zichtbaar maken van de voordelen van de innovaties.
  3. Wat is nodig? Een centrale plek waar innovaties te vinden zijn en een community voor ondernemers zodat ze kennis en ervaring kunnen delen over opschalen van innovaties.

Je kunt het MIS invullen voor een specifieke locatie, een groep organisaties, een gebied, of je kunt het in het algemeen invullen, dus wat is ‘de stand van het land’. Het MIS is daarmee een middel om gezamenlijk te verkennen waar je naartoe beweegt, welke acties er nodig zij en wie welke rol daarin speelt.

Proces: tools naast elkaar gebruiken

Deze tools kun je ook naast elkaar gebruiken. Door meerdere tools toe te passen, vorm je een proces waarbij je draagvlak creëert en duidelijke ambities formuleert. In de afbeelding hieronder zie je hoe je vanaf nul tot een uitgewerkt masterplan komt, waarin een gezamenlijke ambitie geformuleerd is, knelpunten en koppelkansen benoemd zijn en de planning duidelijk wordt. Een voorbeeld hiervan is Brainport Eindhoven, waar een jaarplan ligt met duidelijke duurzaamheidsambities, gekoppeld aan de SDG’s.

Verder naar Nulmeting