Op de TU Delft wordt gewerkt aan de ECO Campus visie: een campuslandschap waar mens en dier in harmonie samenleven. De openbare ruimte moet hier functioneren als een ecologisch netwerk om te komen tot een klimaatadapatieve en meer biodiverse leefomgeving.
De bereikbaarheid van het netwerk is een van de voornaamste problemen voor verschillende soorten. Om ervoor te zorgen dat soorten geschikte biotopen kunnen bereiken, of dat de geschikte biotopen voldoende groot zijn, is niet alleen vergroening nodig, ook nieuwe groentypologieën moeten verkend worden. De belangrijkste componenten in een ecologisch netwerk zijn kernen (bijvoorbeeld grote parken), stapstenen (kleinere parken of tuinen) en corridors (lijnvormige elementen zoals bermen en oevers).
Er is momenteel nog veel monotoon groen in de openbare ruimte, bestaande uit bijvoorbeeld enkel gras in de vorm van wadi’s of met bomen. Vaak gelegen langs infrastructuur. Dit groen heeft veel potentie om meer bij te dragen aan een prettige leefomgeving voor mens en dier én het tegengaan van wateroverlast en hittestress samen.
De Urban Bocage (lineair bos) is een nieuwe, stedelijke variant van de houtwal, dat typerend is voor het coulisselandschap. Het is een gelaagd en biodivers lineair element in de stedelijke omgeving, een nieuw groentype dat bijdraagt aan het ecologisch netwerk.
Tegenwoordig fungeert infrastructuur veelal als barrière in het ecologisch netwerk. Deze barrières kunnen toegankelijk gemaakt worden voor verschillende soorten door de wegprofielen opnieuw te ontwerpen en lineaire bossen te introduceren.
De ontwikkeling van het bodemleven is een belangrijk aspect van de Urban Bocage, de lineaire structuur zorgt voor betere groeiomstandigheden en lage vegetatie verbetert de bodem. De ondergroei, een ontbrekende laag in veel steden, is namelijk cruciaal voor het stedelijk ecosysteem. De Urban Bocage is meer dan een simpele haag en daarbij is het onderhoud ook een belangrijk aspect. Afhankelijk van de locatie wordt de soortensamenstelling bepaald. Een stedelijke houtwal kan vele vormen en maten aannemen.
Meer weten over deze innovatie of heb je vragen?
Neem vrijblijvend contact op met de contactpersoon van dit project.
Neem contact opIn de Urban Bocage wisselen vlakken met inheemse en bijna-inheemse soorten elkaar af. Ons klimaat verandert namelijk en in steden lijken bijna-inheemse soorten beter te groeien dan onze inheemse soorten. Het klimaat in de stad verschilt daarnaast aanzienlijk van het klimaat in het natuurlijke landschap. Als we bijna-inheemse soorten planten omdat we verwachten dat het klimaat verandert, welke impact heeft dit dan op de lokale biodiversiteit, spontane groei en bodemkwaliteit? Dit wordt gemonitord in de Urban Bocage.
Met de Urban Bocage wil men een voorbeeld stellen hoe we de biodiversiteit en de bodemgesteldheid kunnen verbeteren met de beperkte ruimte die overblijft in de bebouwde omgeving.
De Urban Bocage in droge omstandigheden is in 2023 aangeplant en bevindt zich aan de Mekelparkzijde van de Balthasar van der Polweg. De Urban Bocage in natte omstandigheden is in 2024 aangeplant aan de Rotterdamsewegzijde van de Balthasar van der Polweg.
Het doel van de studie is te onderzoeken hoe deze verschillen een straatprofiel juist kunnen structureren. De locatie van deze Urban Bocage brengt namelijk verschillende uitdagingen met zich mee, zoals lage of hoge waterstanden, verschillende bodemsoorten en een diverse stedelijke context. Dit onderzoek biedt de mogelijkheid om microklimaten en microtopografie te bestuderen op lineaire structuur en de biodiversiteit van de ondergroei.
In een stedelijke context kan deze groentypologie vele voordelen hebben, zoals geluidsreductie, verbetering van de luchtkwaliteit die bijdraagt aan de volksgezondheid en het creëren van een lineaire natuurlijke promenade voor mensen.
