

Business Centre Treeport: bedrijventerrein met bos, wadi’s en paddenpoelen
Business Centre Treeport is een nieuw bedrijventerrein onder Breda, een initiatief van de coöperatieve vereniging van de boomteeltsector. Qua energie, waterhuishouding en biodiversiteit is dit terrein een voorloper. De percelen zijn inmiddels allemaal verkocht en worden bebouwd. Treeport is uitgeroepen tot groenste bedrijventerrein van 2024.
Business Centre Treeport is anders dan de meeste andere bedrijventerreinen. De gevels van de gebouwen ogen anders, omdat ze veelal gemaakt zijn van natuurlijke materialen zoals vezels van planten. In het waterbassin aan de hoofdas dobberen zonnepanelen en verspreid over het terrein zijn zes paddenpoelen aangelegd. Enkele oude stukjes bos zijn in tact gebleven.
Tien jaar geleden kocht een ontwikkelingsfirma met als enige aandeelhouder de coöperatieve vereniging van 180 boomteeltkwekers uit Midden- en West-Brabant hier 65 hectare agrarisch land. Het idee was om er geen standaard bedrijventerrein vol asfalt en beton van te maken, maar een etalage voor de sector.
Verplichte zonnepanelen

Bouwvakkers zijn bezig aan de laatste werkzaamheden voor het Kenniscentrum ROOTZ, dat aan een opvallend, oplopend groen sedumdak heeft. ‘Een verplichting voor alle gebouwen op het terrein is om de daken vol met zonnepanelen te leggen’, vertelt Remco van Dessel, projectleider van Business Centre Treeport. ‘Dat kon bij dit kenniscentrum niet, daarom zijn we uitgeweken naar het water. Daar hebben de zonnepanelen bovendien hogere opbrengsten, want het water werkt verkoelend.’ De zonnepanelen zorgen samen met twee windturbines ervoor dat het terrein energieneutraal is, en zelfs 40 procent van alle energie voor de gemeente opwekt.
De waterhuishouding op orde brengen, was een eerste prioriteit, volgens Van Dessel. ‘Als de grond te droog of juist te nat is, slaan planten en bomen anders niet aan.’ Bij Business Centre Treeport duurde het drie jaar voordat het water in balans was, vooral dankzij de waterretenties op de centrale as. Alle bedrijven die zich op het terrein vestigen, zijn verplicht om 10 procent van het regenwater op hun eigen perceel te laten infiltreren en 5 procent van hun perceel als natuur in te richten.
Drie wadi’s
In het geval de waterbassins bij hevige regenval vol raken, loopt het water via een overstort naar de wadi’s aan de rand van het terrein. De drie wadi’s hebben verschillende diepten, zodat ze eens in de vijf jaar droogvallen ten gunste van amfibieën. De hoek vormt een echt natuurgebied op het bedrijventerrein. De buurman heeft zelfs een kijkhut gebouwd en geniet van de reeën, hazen en lepelaars die langskomen. In samenwerking met het waterschap heeft de Hazeldonkse Beek hier zijn oude, meanderende loop teruggekregen. De waterhuishouding op het terrein zelf is helemaal losgekoppeld van het waterschap.
Aan alle kanten rondom is gezorgd voor mooie overgangen naar het achterland. Werknemers kunnen tijdens hun pauze een wandeling maken over het waterdoorlatende granulaatpad waarmee het terrein is omzoomd. Stroken zijn ingezaaid zadenmengsels voor insecten, voedselstruiken en schuilplaatsen. Van Dessel: ‘Uiteindelijk werken alle bedrijven met mensen die het fijn vinden om in een groene wijk te wonen. Maar de meeste tijd brengen ze door op hun werk. Als je in een mooie omgeving werkt, kun je ook makkelijk aan personeel komen.’
Tekst: Kirsten Dorrestijn, foto’s: Josine Claasen